Zo geef je de afkorting ‘niet aanwezig’ duidelijk aan
Je notuleert een vergadering, iemand ontbreekt, en je schrijft: n.a.. Handig, toch? Totdat je collega vraagt: “Wat betekent dat eigenlijk?” Jij bedoelde natuurlijk dat ze niet aanwezig was, maar zij dacht dat het misschien een actiepunt was of dat er iets mis was gegaan. Het zijn van die kleine misverstanden die je zó over het hoofd ziet, maar die wél tot verwarring kunnen leiden. Hoe geef je dan netjes aan dat iemand er niet bij was met een duidelijke afkorting voor niet aanwezig? Gebruik je n.a., afw. of toch iets anders? En hoe voorkom je dat iedereen het op een andere manier interpreteert?
Volg ons