40 procent werknemers vindt zijn opleidingsmogelijkheden onduidelijk
Werknemers vinden de opleidingsmogelijkheden die de werkgever biedt vaak onduidelijk. Vooral in de ICT en dienstverlenende sector zijn werknemers hier ontevreden over. Dit blijkt uit een onderzoek van NIDAP, uitgevoerd in samenwerking met Springest. 59% vindt geen overzicht van opleidingen, trainingen of cursussen bij werkgever en 57% zegt niet over opleidingsbudget vanuit werkgever te beschikken.
Werknemers vinden de opleidingsmogelijkheden die de werkgever biedt vaak onduidelijk. Vooral in de ICT en dienstverlenende sector zijn werknemers hier ontevreden over. Dit blijkt uit een onderzoek van NIDAP, uitgevoerd in samenwerking met Springest, de grootste opleidingsvergelijkingssite en online leercatalogus voor organisaties van Nederland. Meer dan 3.000 werknemers die zich oriënteerden op een opleiding namen deel aan de enquête.
Doorleren naast het werk is door de veranderde arbeidsmarkt van toenemend belang. De grootschalige reorganisaties door privatisering in de zorg, sanering bij overheidsinstanties en de snel veranderende marktvraag in de ICT zijn voorbeelden die aantonen dat flexibiliteit van werknemers belangrijker is dan ooit. Momenteel geeft 31 procent van de werknemers dan ook aan bezig te zijn met een opleiding, 41 procent rondde het afgelopen jaar een opleiding af.
Belangrijkste conclusies uit het onderzoek:
- 40% vindt opleidingsmogelijkheden bij werkgever onduidelijk
- 59% vindt geen overzicht van opleidingen, trainingen of cursussen bij werkgever
- 57% zegt niet over opleidingsbudget vanuit werkgever te beschikken
- 21% besluit na oriëntatie op opleiding vooralsnog niet door te leren
- 26% verwacht door invoering scholingsrecht meer opleidingskansen te krijgen
- Geen overzicht
Hoewel de helft van de werknemers meent dat zijn werkgever voldoende actie onderneemt om doorleren te stimuleren, zijn de opleidingsmogelijkheden in veel gevallen nog onduidelijk. Volgens de meeste werknemers (60%) is er dan ook geen overzicht beschikbaar van opleidingen, trainingen of cursussen die zij kunnen volgen. In de ICT, farmacie en dienstverlening vindt men de mogelijkheden het minst duidelijk. Maar ook werknemers in de zorg en bij financiële instellingen geven aan dat zij geen toegang hebben tot een goed overzicht, terwijl in deze sectoren veel behoefte is aan continue kennisgroei en vaardigheidstraining. Alleen bij de overheid vinden werknemers hun mogelijkheden vaker duidelijk: tot 70 procent (bij de provincies) meent hier wel goed op de hoogte te zijn.
Willen leren, maar toch niet doen
Dit jaar besloot 17,9 procent na zijn oriëntatie op een opleiding nog niet verder te leren naast zijn baan. Vorig jaar was dit nog 21,4 procent. Redenen die werknemers hiervoor aangeven zijn vaak dat zij een te hoge werkdruk ervaren, geen tijd hebben of geen geld. Op de vierde plaats staat dat zij geen passende opleiding kunnen vinden. “Als medewerkers in staat zijn eenvoudig een opleidingsmogelijkheid te vinden die aansluit op hun leerbehoefte, blijven zij eerder actief met hun ontwikkeling. Daar kunnen werkgevers een faciliterende rol in spelen”, aldus Timmerman. Een hoger salaris is overigens geen motivatie om door te leren: in de meeste gevallen wordt er geen salarisstijging verwacht met het volgen van een opleiding. Vrouwen verwachten dit het minst vaak (23 procent van de vrouwen versus 28 procent van de mannen), maar als zij hier wel op rekenen, verwachten zij een groter verschil (18 versus 15 procent verwachte salarisverhoging).
Meer kansen dankzij scholingsrecht?
26 procent verwacht door de invoering van het scholingsrecht in de nieuwe Wet Werk en Zekerheid meer opleidingskansen te krijgen. De grootste groep (50%) verwacht echter dat de situatie gelijk blijft en antwoord neutraal op de stelling ‘Dankzij het scholingsrecht in de nieuwe Wet werk en zekerheid verwacht ik dat mijn werkgever mij straks meer leerkansen biedt’. Het overgrote deel (80%) meent dat doorleren je eigen verantwoordelijkheid blijft en dat de nieuwe wet daar niets aan zal veranderen.
Meeste werknemers bereid te investeren in opleiding
Gemiddeld zijn werknemers bereid 18 uur per week aan een opleiding te besteden. Opvallend is dat lager opgeleide werknemers gemiddeld bereid zijn hier meer uren per week in te steken. Ook vrouwen en mensen die kinderen hebben zijn bereid hier meer tijd aan te spenderen. Mensen in de leeftijdscategorie 46 tot 55 willen met 24 uur per week de meeste uren investeren. Timmerman: “Mogelijk heeft dit te maken met het groeiend besef in deze groepen dat het ook of juist voor hen belangrijk is om flexibel te blijven. Je blijft natuurlijk zelf verantwoordelijk voor je loopbaan. Mensen die meer zekerheid willen ten aanzien van hun arbeidsmarktpositie, willen vanzelfsprekend meer tijd vrijmaken voor hun ontwikkeling.”
Geen budget
57 procent van de werknemers geeft aan geen opleidingsbudget te hebben. 18 procent weet niet of hij hier aanspraak op maakt. Vorig jaar bleef 40 procent van het opleidingsbudget van werkgevers echter onbesteed. Ruben Timmerman, oprichter van Springest: “Er lijkt nog een hoop winst te behalen op dit gebied als werkgevers duidelijker communiceren over de mogelijkheden die zij bieden. Daarnaast is de fiscale aftrekbaarheid van opleidingskosten een punt waarover werknemers beter geïnformeerd kunnen worden.”
Volg ons