Is meer werkuren maken beter?
Er zijn van die werkdagen waarop je de neiging hebt om maar door te blijven gaan. Even nog snel dat ene mailtje, nog gauw wat afvinken op je to – do lijst… en voor je het weet is het alweer avond. Maar eerlijk is eerlijk: meer werkuren maken betekent niet automatisch dat je beter bezig bent. Sterker nog, vaak levert het je helemaal niks extra’s op. Of erger nog: het werkt juist tegen je. We geven je vijf redenen waarom overwerken niet altijd de slimste keuze is – en hoe je het wél handig aanpakt.
Overwerken maakt je niet loyaler (en ook niet waardevoller)
Je kunt natuurlijk zeggen: “Ik zat gister nog tot acht uur op kantoor.” Klinkt misschien indrukwekkend, maar eerlijk? Het zegt niks over hoe goed je je werk doet. Steeds meer werkgevers kijken niet naar hoe lang je ergens zit, maar naar wat je voor elkaar krijgt. Overwerken is dus echt geen bewijs dat je super toegewijd bent. Sterker nog, het kan ook gewoon betekenen dat je planning niet lekker loopt of dat je te veel op je bord hebt. Slim werken levert vaak veel meer op dan alleen maar langer doorgaan.
Veel uren maken = niet per se meer gedaan krijgen
Ken je dat? Dat je denkt: ach, ik heb nog zat tijd, en daardoor alles net even wat langzamer doet? Voor je het weet ben je aan het treuzelen, pak je nog een koffie, scroll je wat op je telefoon… en tikt de dag toch lekker door.
Als je dagen steeds langer maakt, ga je vaak juist minder efficiënt werken. Grappig genoeg werken ze in Denemarken het minst van heel Europa, maar zijn ze tóch hartstikke productief. Hoe dat komt? Kortere werkdagen zorgen dat je gefocust blijft en niet gaat uitstellen.
Overwerken daarentegen? Dat is vaak een recept voor vermoeidheid, foutjes en afleiding. Niet echt de slimme route dus.
Thuiswerken en hybride werken? De regels zijn veranderd
Vroeger dacht je misschien: als ik tot laat blijf, ziet mijn manager pas echt dat ik hard werk. Maar die tijd is wel een beetje voorbij. Dankzij thuiswerken en hybride werken gaat het al lang niet meer om hoe lang je ergens zit.
Je werktijden zijn nu vaak lekker flexibel, en dat betekent dat het er vooral om draait wat je doet, niet wanneer je het doet. Je resultaten tellen, niet je aanwezigheid. Dus nee – overwerken om indruk te maken? Daar trapt eigenlijk niemand nog in.
Te veel overwerken is vragen om problemen
Af en toe wat langer doorgaan lijkt geen probleem. Maar als je dat steeds doet? Dan ga je langzaam over je grenzen heen. En voor je het weet zit je tegen een hoop stress aan of erger: een burn-out. Zeker nu werk en privé vaak door elkaar lopen, is het superbelangrijk om die balans goed in de gaten te houden. Neem op tijd pauze, durf “nee” te zeggen en sluit je laptop ook eens wat eerder. Jouw energie is je belangrijkste tool en daar moet je zuinig mee omgaan!
De jongere generatie pakt het gewoon slimmer aan
Millennials en Gen Z kijken heel anders naar werk dan de generaties vóór hen. Ze zijn zeker wel ambitieus, maar dan op hun eigen manier. Flexibel werken? Ja graag. Parttime? Ook prima. En grenzen aangeven? Geen probleem.
Dat is geen luiheid, maar gewoon slim kiezen wat bij je past. En eerlijk? Daar kunnen we stiekem allemaal nog wat van opsteken. Overwerken doen ze alleen als het echt moet niet omdat het ‘zo hoort’.
Tot slot
Overwerken hoeft echt geen trofee te zijn. Tuurlijk, soms is het even nodig, zoals in een drukke week of bij een last-minute klus. Dat snappen we allemaal. Maar als het standaard wordt? Dan gaat er iets mis. Je bent dus echt niet waardevoller omdat je de meeste uren maakt. Je bent juist waardevol als je weet wanneer het genoeg is en je je grenzen bewaakt.
Volg ons