Je collega aanspreken op irritant gedrag in 5 stappen
Je werkt jezelf een slag in de rondte en jij lijkt de enige die zich daar druk om maakt. Na drie pogingen constateer je dat die ene collega ook nog eens niet naar jou luistert en juist met oplossingen komt waarmee je helemaal niets kan. Wat je ook doet, je krijgt de ander maar niet overtuigd, noch in beweging. Frustrerend.
We hebben allemaal wel zo’n voorbeeld van een moeizame samenwerking. Hoe krijg je dan toch die ander in beweging, zonder jezelf tekort te doen?
3x Hetzelfde zeggen helpt niet
Het is duidelijk dat drie keer hetzelfde zeggen niet de oplossing is. Misschien helpt het om een keer heel boos te worden? Of maar eens een keer de boel in de soep te laten lopen?
Hoewel het soms heerlijk kan opluchten, zijn ze zelden effectief. Sterker nog, de werkrelatie wordt hiermee nog meer op scherp gezet en het doet het vertrouwen in elkaar geen goed. De kans is groot dat de ander het verkeerd begrijpt of dat de situatie verzandt in een ‘hand om hand, tand om tand’ spel. Negeren is ook geen optie, want dan blijf jij ermee zitten…
Emotie versus verstand: zorg eerst dat je elkaar begrijpt
Wanneer je echter een goed gesprek aangaat over jouw waarden en opvattingen en deze ook bij de ander checkt, kan de ander jouw emotie beter plaatsen en is de bereidheid vaak groter om jou tegemoet te komen.
Hoewel dit vaak aanvoelt als een spannend gesprek, wordt het tevens ervaren als een verhelderend en effectief gesprek. Een gelijkwaardig gesprek waarin respect en begrip voor elkaar groeit en beweging komt in een effectievere samenwerking. Hieronder vind je een suggestie voor de opbouw van dit gesprek.
Aanspreken op gedrag in 5 stappen
- Benoem het zichtbare gedrag.
‘Ik heb afgelopen week drie keer overgewerkt om alle taken af te krijgen. Je hebt mij de afgelopen week niet gevraagd of je mij met taken kan helpen.’ - Geef de ander ruimte en vraag of hij/zij zich hierin herkent. Wacht op antwoord!
Mogelijk antwoord: ‘Tja, dat heb ik wel gezien, maar je hebt ook niets tegen mij gezegd, behalve dat je druk bent.’ - Benoem wat er ‘onder water’ gebeurt – het effect op jou of de omgeving. ‘Ja, dat klopt. Het is mijn gewoonte om ongevraagd iemand bij te springen en had dit ook van jou verwacht. Ik vond het erg vervelend dat dit niet gebeurde. Het voelde alsof ik er helemaal alleen voor stond.’
- Geef de ander ruimte en vraag of hij/zij zich dat kan voorstellen. Wacht op antwoord en ga niet in discussie over wie gelijk heeft (jullie hebben allebei gelijk vanuit jullie eigen waarden en opvattingen). Mogelijk antwoord: ‘Dat wist ik niet. Ik dacht dat je het allemaal wel onder controle had, omdat je niets aan mij vroeg. Ik houd er zelf niet van om iemand ongevraagd te storen.’
- Doe of vraag om een suggestie voor verbetering, waarin de waarden van jullie beiden tot hun recht komen. Mogelijk antwoord: ‘Tja, hier verschillen we dan van opvatting. Ik vind het juist helemaal niet erg als je mij ongevraagd stoort. Dat mag je in vervolg best doen, vooral als je ziet dat ik zo aan het hollen ben. Helpt het als ik jou daarentegen eerder om hulp vraag, als ik het te druk heb? Is dat iets wat ook voor jou werkt?’
Wil je binnen je team fijner samenwerken?
Dit blog is geschreven door Sabina Brammer, docent van de cursus Teamcoach op het secretariaat. Deze cursus gaat in op bovenstaande problematiek en effectief samenwerken. Je krijgt handvatten om je eigen oordeel weg te nemen, je in te leven in anderen, de juiste vragen te stellen en optimaal aandacht te hebben voor het team én het individu. Download de brochure.
Volg ons