Ouderschapsverlof: de regels
Met ouderschapsverlof werkt een werknemer tijdelijk minder om meer tijd te besteden aan een kind tot acht jaar. De werknemer heeft recht op 26 keer zijn aantal werkuren per week. De afspraken in de arbeidsovereenkomst over bijvoorbeeld werkzaamheden en aantal werkuren veranderen niet. Het verlof is onbetaald maar sommige werkgevers betalen het loon (gedeeltelijk) door.
- De werknemer kan het ouderschapsverlof opnemen voor kinderen tot 8 jaar.
- De werknemer kan zelf bepalen hoe en wanneer hij het ouderschapsverlof opneemt. De aanvraag dient schriftelijk te gebeuren. De aanvraag dient de werknemer tenminste twee maanden voor de aanvang van het ouderschapsverlof in.
- Voor elk kind kan de werknemer apart ouderschapsverlof opnemen.
- Beide ouders hebben recht op ouderschapsverlof.
- Bij een tweeling heeft de werknemer recht op 2 keer ouderschapsverlof.
- De werknemer kan het verlof bij de werkgever aanvragen zodra hij in dienst is.
- De werknemer kan verlof krijgen voor het kind, adoptiekind of erkend kind.
- De werknemer kan ook ouderschapsverlof opnemen voor het pleegkind, stiefkind of aspirant-adoptiekind. Het kind moet dan wel bij hem wonen volgens de basisregistratie personen.
- De werknemer kan de werkgever verzoeken om het ouderschapsverlof stop te zetten of te onderbreken als:
– de werknemer zwangerschaps-, bevallings- of adoptieverlof wil opnemen. De werkgever heeft vier weken de tijd om te reageren, maar hij mag het verzoek niet weigeren;
– er sprake is van onvoorziene omstandigheden. De werkgever moet binnen vier weken reageren. Hij mag het verzoek alleen weigeren als stoppen van het verlof het bedrijf ernstig in de problemen brengt.
Let op
De werkgever mag in principe de aanvraag om ouderschapsverlof niet weigeren, tenzij het verlof het bedrijf ernstig in de problemen brengt. De werkgever moet dan wel een andere verdeling van de verlofuren met de werknemer afspreken.
Bron: HR praktijk
Volg ons