Een cv maken: is dat nog van deze tijd?

Je kent het gevoel wel: hoe langer je aan je cv sleutelt, hoe gekker je ervan wordt en hoe minder vertrouwen je erin hebt. Gelukkig is er licht aan het einde van de tunnel. Heel wat bedrijven, vooral over de grote plas, hebben vandaag al hun traditionele rekruteringsproces overboord gegooid en vervangen door directere, efficiëntere methodes. Ze vragen bijvoorbeeld om in plaats van een cv eenlijstje te maken met links waar de firma kan kennismaken met de kandidaat via video, sociale kanalen of online profielen.

Omarm Google, LinkedIn en Facebook

Als sollicitant komt het er dus op aan de moderne communicatiemiddelen te omarmen. Maak in dat opzicht zeker optimaal gebruik van LinkedIn en Facebook. Zorg ervoor dat je profiel er staat. Want zeg nu zelf, wat zou jij als rekruteerder verkiezen: een weinig zeggend cv dat via e-mail bij jou beland of een online portfolio waarin je naar hartenlust kunt neuzen via Google, LinkedIn en Facebook?

Dat het cv zijn houdbaarheidsdatum langzaam heeft overschreden, zit eigenlijk ingebed in de naam zelf: ‘Curriculum Vitae’ wat grofweg ‘levensloop’ betekent. Waar immers kan je meer lezen over iemands leven dan op het net? Overzichtelijk, uitgebreid en met heel wat meer te verkennen dimensies dan op het klassieke cv van hooguit twee pagina’s zonder enig visueel, anekdotisch of praktisch aanknopingspunt.

Ook voordelig voor kandidaat

Ook aan de kant van de sollicitant bieden nieuwe methodes voor rekrutering vele voordelen. Zo kan een kandidaat die op papier minder geschikt lijkt, zijn (online) vaardigheden op een directe manier in de kijker zetten door bijvoorbeeld een succesvolle site of een leuke video te creëren. Iedereen lijkt dus wel bij te varen met die nieuwe aanpak.

Hoe lang nog?

Moeten we het cv nu al definitief in de prullenmand kieperen? Zo’n vaart zal het op korte termijn niet lopen. Het cv zal zeker nog lange tijd als secundair hulpmiddelnuttig blijven wanneer je bijvoorbeeld spontaan wil solliciteren op bijvoorbeeld jobbeurzen.

Bron: Pascal Dewulf voor Knack.be