10 eigenschappen van goed leiderschap

Wanneer het gaat om management en goed leiderschap zitten er verschillen tussen theorie en praktijk. In de theorie wordt uitgegaan van gemiddelden, schema’s en vastomlijnde processen. In de praktijk loop je als manager aan tegen de waan van de dag, een team vol verschillende karakters en processen die diffuus door elkaar lopen. Zie dat maar eens in goede banen te leiden… Gelukkig kom je als manager een heel eind wanneer je de volgende 10 eigenschappen bezit.

#1 Communicatief vaardig

Een leider moet verbinding houden met alle werknemers binnen het team en daarvoor zijn goede communicatieve vaardigheden essentieel. Daarbij gaat het er niet alleen om dat de communicatie op zakelijk gebied in orde is. Uit de communicatie moet blijken dat de werknemer niet alleen in beeld is als werknemer, maar ook als mens.

#2 Emotioneel intelligent

Emotionele intelligentie werd in het verleden vaak niet direct genoemd als belangrijke eigenschap van een leidinggevende. Gelukkig wordt het belang van deze eigenschap vaak wel onderkend. Een goede leider is empathisch en in staat om emoties bespreekbaar te maken. Een emotioneel intelligent leider weet hoe hij of zij rekening kan houden met de gevoelens van teamleden, waardoor de samenwerking soepeler verloopt.

#3 Strategisch kunnen denken

Een goede leider kan net een paar stappen verder vooruit denken dan anderen. Daarbij is hij of zij ook in staat om anderen mee te nemen in deze vervolgstappen. Op deze manier blijft iedereen betrokken bij  het proces, en kun je een eventuele concurrent steeds een stapje voor blijven.

#4 Het kunnen vertalen van theorie naar praktijk

Een echte leider heeft voldoende kennis op het gebied van management. Het maken van bijvoorbeeld een SWOT- of GAP-analyse zijn skills die deze leider bezit. Tegelijkertijd weet een goede leider ook dat een situatie er op papier anders uitziet dan in het echt. Het is dus essentieel om daarin een goede vertaalslag te kunnen maken.

#5 Proactief kunnen handelen

Een sterke leider gaat niet rustig achterover zitten, om af te wachten wat er op hem of haar afkomt, maar handelt proactief. Dit betekent niet dat deze leider continu overal bovenop zit, maar hij of zij weet wel te signaleren wanneer het tijd is om in actie te komen.

#6 Betrouwbaar zijn

Een werknemer moet voelen dat hij, mocht het nodig zijn, terug kan vallen op hulp van de leidinggevende. Of het nu gaat om privésituaties of situaties op de werkvloer: hij moet ervan op aan kunnen dat de leidinggevende integer omgaat met informatie. Deze eigenschap krijgt niet altijd de aandacht die die verdiend, maar is wel degelijk een heel belangrijke voor goed leiderschap.

#7 Ruimte kunnen geven

Als leidinggevende ben je eindverantwoordelijke voor de resultaten uit je team. Deze wetenschap maakt het voor sommige managers lastig om zaken uit handen te geven aan teamleden. Werknemers floreren echter pas wanneer zij voldoende autonomie ervaren in hun functie. Een goede leider weet daarom hoe deze ruimte het beste gegeven kan worden.

#8 Blijven groeien

Het motto ‘een leven lang leren’ is van toepassing op een goede leider. Welke leeftijd je ook hebt, er is altijd nog ruimte om te groeien en nieuwe skills te leren. Een goede leidinggevende heeft daar oog voor: niet alleen voor zichzelf, maar ook voor zijn werknemers.

#9 Oplossingsgericht zijn

Een goede leidinggevende denkt niet in problemen, maar in oplossingen. Hierbij houdt hij of zij rekening met de capaciteiten van zijn werknemers. Als goede leidinggevende hoef je niet voor ieder probleem de oplossing te weten, maar weet je wel welke werknemer welk probleem kan oplossen.

#10 Anderen kunnen inspireren

Als werkgever wil je dat elke werknemer dagelijks het beste uit zichzelf haalt, maar weet je ook dat die wens onuitvoerbaar is. Het loopt niet altijd even lekker, thuis of op het werk, en die strubbelingen kunnen flink afleiden van het werk. Als goede leider weet je werknemers ook in lastige situaties hernieuwde inspiratie te geven om aan de slag te gaan, zonder het welbevinden van de werknemers daarbij uit het oog te verliezen.