Gebruik liever korte woorden dan lange!
Waarschijnlijk vind je taal heel belangrijk. Taal is natuurlijk een serieuze zaak, maar er zitten ook leukere kanten aan. Peter van der Horst heeft daar een boek over geschreven: Taaleigenaardigheden. Onze taal – leuk en leerzaam. Het gaat niet om flauwe, dubbelzinnige woordgrapjes, maar om allerlei wat luchtiger onderwerpen. In deze reeks artikelen wil hij daar graag iets over kwijt. Deze keer over woordlengte.
Gebruik liever korte woorden dan lange! Dat advies komt je vast bekend voor. In opleidingen en taaladviesboeken wordt altijd geadviseerd om lange woorden te vermijden. Een goede raad? Ja, in principe wel, maar het is toch wel iets genuanceerder. Want zijn lange woorden altijd of meestal moeilijker dan korte? Dat hangt er maar van af, want het gaat niet alleen om de lengte maar meer om de constructie van woorden.
De ‘beste’ lengte?
Net als voor zinnen is voor woorden berekend wat de ‘beste’ lengte is voor lezers met een bepaald opleidingsniveau. En net als bij zinnen moeten we bij woorden niet al te veel waarde aan die cijfers hechten. Om je een idee te geven: de gemiddelde lengte van een woord zou niet meer dan twee lettergrepen mogen zijn. De betrekkelijkheid daarvan zie je bij een woord als ontwikkelingssamenwerking. Er is toch geen enkel bezwaar tegen dit woord, terwijl het uit acht lettergrepen bestaat? Dit woord wordt zoveel gebruikt dat het overbekend is. Hoe komt dat? Ontwikkelingssamenwerking is moeilijk korter te maken, met andere woorden: moeilijk in delen te splitsen. Anders ligt het bij woorden die je wél gemakkelijk kunt splitsen.
Woorden splitsen
Neem nu eens een woord als milieurapportagecommissiebijeenkomst. Je moet goed naar zo’n woord kijken om de betekenis te begrijpen. Gebruik het daarom maar liever niet. En dat hoeft ook niet, want je kunt het gemakkelijk splitsen: milieu-rapportage-commissie-bijeenkomst. Elk deel heeft een eigen betekenis. Het voorbeeld is gemakkelijk te verbeteren door een omschrijving: bijeenkomst van de commissie die belast is met milieurapportage. Nu is dat wel een mondvol; daarom is misschien beter: bijeenkomst van de milieurapportagecommissie. Dat laatste is nog steeds een heel lang woord, maar in deze vorm niet onaanvaardbaar, ook omdat het vooral gaat om de gemiddelde lengte van woorden. En als je weet dat de meest gebruikte woorden maar uit één lettergreep bestaan is het duidelijk dat woorden van drie of vier lettergrepen vaak geen probleem hoeven te zijn. Maar hoe het ook zij, het is maar beter om de woorden kort te houden, omdat alleen lange woorden een ingewikkelde structuur kunnen hebben.
Duidelijk verband
Bij lange woorden moet je erop bedacht zijn dat het verband tussen de delen van de samenstelling duidelijk is. Fruit en automaat zijn dan wel bekende woorden, maar dat wil nog niet zeggen dat fruitautomaat duidelijk is. Uit een sigarettenautomaat komen sigaretten, maar uit een fruitautomaat komt geen fruit, want het is een soort gokautomaat. Een watermolen maalt water weg, maar een windmolen geen wind. Een paar andere voorbeelden waarin de delen van de samenstelling niet dezelfde relatie hebben: speculaasbrokken/hondenbrokken, paardenworst/slagersworst, koffiemelk/koemelk, schoolbus/beschuitbus.
Moeilijke korte woorden
Leveren korte woorden dan nooit problemen op? Die kunnen natuurlijk ook moeilijk zijn als ze niet zo vaak gebruikt worden. Neem een woord als wik. Er is een behoorlijke kans dat je niet weet wat dat betekent (partij goederen die in één keer gewogen wordt). Een paar andere voorbeelden van korte woorden die niet algemeen bekend zijn: kor (sleepnet) en alver (vis). Je kent ze niet omdat je er niet mee in aanraking komt. Maar het blijft een feit dat je maar het beste korte woorden kunt gebruiken, want die zijn meestal het bekendst en duidelijkst.
Fobie
Veel mensen hebben een hekel aan lange woorden. En dat is niet zo gek. Je kunt er zelfs een fobie voor hebben. Die zal toch wel een redelijk korte naam hebben? Nee dus: hippopotomonstrosesquippedaliofobie. Of ‘kortweg’: sesquipedalofobie!
Over de auteur
Peter van der Horst is zelfstandig taal- en tekstadviseur. Veel meer over allerlei taalverschijnselen is te vinden in zijn nieuwe boek Taaleigenaardigheden; onze taal – leuk en leerzaam. Uitgeverij Garant, 171 blz., € 18,50. Onze Taal: ‘Het is een leuke verzameling eigenaardigheden, met prima uitleg en veel aansprekende voorbeelden, en het leest lekker door.’
Eerder schreef hij onder andere Redactiewijzer, Stijlwijzer, Nieuwe leestekenwijzer en Duidelijke taal.
Eerder verschenen is deze reeks:
- Pleonasme: te veel van het goede
- Contaminatie: verhaspelde woorden
- Hang- en sluitwerk: leestekens
Volg ons