Pseudoniemen: liever een andere naam?
Waarschijnlijk vind je taal heel belangrijk. Taal is natuurlijk een serieuze zaak, maar er zitten ook leukere kanten aan. Peter van der Horst heeft daar een boek over geschreven: Taaleigenaardigheden. Onze taal – leuk en leerzaam. Het gaat niet om flauwe, dubbelzinnige woordgrapjes, maar om allerlei wat luchtiger onderwerpen. In deze reeks artikelen wil hij daar graag iets over kwijt. Deze keer over pseudoniemen.
Elton John, David Bowie, Marilyn Monroe. Namen die je hoogstwaarschijnlijk kent. En Reginald Dwight, David Jones en Norma Baker? Die zullen je niet veel zeggen. Het grappige is dat het om dezelfde personen gaat. De tweede serie van drie geeft hun werkelijke naam. We hebben het hier over pseudoniemen. Je weet wel: een naam waaronder een schrijver, artiest of kunstenaar zijn werk openbaar maakt en die niet zijn of haar echte naam is.
Waarom een pseudoniem?
Er kunnen allerlei redenen zijn waarom iemand met een andere naam door het leven wil gaan. Als je een moeilijke, lastig te onthouden of juist alledaagse naam hebt, maakt dat je kans op enige bekendheid waarschijnlijk niet groter. Dat vond bijvoorbeeld Adrianus Marinus Kyvon ook toen hij zijn naam veranderde in André van Duin. Die is immers veel makkelijker te onthouden. En met een naam als Jan Jansen is niets mis, maar als je bijvoorbeeld acteur of bestsellerauteur wil worden, is een minder algemene naam misschien wel verstandig.
Man of vrouw?
Komt de naam Robert Galbraith je bekend voor? Hij is de auteur van een aantal detectives. Het bijzondere is dat deze schrijver geen man is; het gaat om niemand minder dan J.K. Rowling, de auteur van de succesvolle Harry Potter-boeken, waarvan er ruim 500 miljoen zijn verkocht.
Het boek The Cuckoo’s Calling (Koekoeksjong) dat zij onder het pseudoniem Robert Galbraith had geschreven, werd eerst door enkele uitgevers geweigerd. Nadat een uitgever er wel iets in zag, werden er niet meer dan 1500 exemplaren van verkocht. Maar toen J.K. Rowling en Robert Galbraith dezelfde persoon bleken te zijn schoten de verkoopcijfers omhoog.
Ook vroeger gebruikten vrouwelijke schrijvers soms de naam van een man, misschien uit een soort angst om niet serieus genomen te worden. Zo schreven de gezusters Brontë (alle drie omstreeks 1820 geboren) onder een mannelijk pseudoniem. Anne Brontë publiceerde The Tenant of Wildfell Hall onder de naam Acton Bell en haar zus Charlotte gebruikte de naam Currer Bell voor Jane Eyre. Emily schreef Wuthering Heights onder het pseudoniem Ellis Bell.
Er zijn ook mannelijke romanschrijvers die een vrouwelijk pseudoniem kozen. Een paar voorbeelden zijn Peter O’Donnell (als Madeleine Brent) en Hugh C. Rae (als Jessica Stirling).
Een voorbeeld uit eigen land is Suzanne Vermeer, bekend van populaire vakantiethrillers. Ze zijn allemaal door een man geschreven, namelijk Paul Goeken. Een boek dat vooral door vrouwen wordt gelezen en over vrouwelijke personages gaat, kan maar beter door een vrouw geschreven zijn, vond hij.
Liever niet bekend
Bekende schrijvers willen zich soms met een heel ander genre gaan bezighouden dan we van hen gewend zijn. Als een kinderboekenschrijver ineens erotische verhalen gaat publiceren, kan die daarvoor maar beter een pseudoniem kiezen. Sue Mongredien (geb. 1970) is daar een voorbeeld van. Onder haar eigen naam schreef ze onder andere kinderboeken, maar omdat haar eerste boek voor volwassenen een tikje pikant was, koos ze voor het pseudoniem Lucy Diamond.
Soms wil een auteur niet dat lezers weten van wie de tekst is. Zo dacht predikant en wiskundige Charles Lutwitge Dodgson (1832-1898) dat het beneden zijn waardigheid gevonden zou worden om een boek als Alice in Wonderland te schrijven. Daarom koos hij voor het pseudoniem Lewis Carroll.
Schrijversduo
Meestal gaat er één persoon schuil achter een pseudoniem, maar samenwerkende schrijvers kiezen soms voor één naam waaronder zij hun werk publiceren. Een bekend voorbeeld van zo’n schrijverscollectief is Nicci French. Het is het pseudoniem van het Britse schrijversechtpaar Nicci Gerrard en Sean French, die samen psychologische thrillers schrijven.
Nog meer pseudoniemen
Ik kan de verleiding niet weerstaan om nog wat voorbeelden van pseudoniemen te noemen. Wist je van de volgende namen dat het pseudoniemen zijn? Woody Allen (Allen Konigsberg), Adèle Bloemendaal (Adèle Hameetman), Tina Turner (Anna Bullock), Liesbeth List (Elisabeth Driessen).
Over de auteur
Peter van der Horst is zelfstandig taal- en tekstadviseur. Veel meer over allerlei taalverschijnselen is te vinden in zijn nieuwe boek Taaleigenaardigheden; onze taal – leuk en leerzaam. Uitgeverij Garant, 171 blz., € 18,50. Onze Taal: ‘Het is een leuke verzameling eigenaardigheden, met prima uitleg en veel aansprekende voorbeelden, en het leest lekker door.’
Eerder schreef hij onder andere Redactiewijzer, Stijlwijzer, Nieuwe leestekenwijzer en Duidelijke taal.
Eerder verschenen is deze reeks:
- Pleonasme: te veel van het goede
- Gebruik liever korte woorden dan lange
- Contaminatie: verhaspelde woorden
- Hang- en sluitwerk: leestekens
Volg ons