Schrijven is schrappen
Waarschijnlijk vind je taal heel belangrijk. Taal is natuurlijk een serieuze zaak, maar er zitten ook leukere kanten aan. Peter van der Horst heeft daar een boek over geschreven: Taaleigenaardigheden. Onze taal – leuk en leerzaam. Het gaat niet om flauwe, dubbelzinnige woordgrapjes, maar om allerlei wat luchtiger onderwerpen. In deze reeks artikelen wil hij daar graag iets over kwijt. Deze keer over de paradox.
Niet letterlijk
Schrijven is schrappen. Dit is goed beschouwd een nogal rare bewering, want als je schrapt wat je schrijft, houd je geen tekst over.
Maar het is natuurlijk niet letterlijk bedoeld. Het gaat erom dat je overbodige zaken schrapt en zo overhoudt waar het om gaat. De bekende Vlaamse auteur, tevens reclameman, Willem Elsschot bedacht de schrijfmethode ‘schrijven is schrappen’. Met die Elsschotproef schrap je alle onnodige woorden uit een tekst, zonder dat de essentie van de inhoud verloren gaat. Een bekend voorbeeld is De kunst van het schrijven is steeds zoveel te schrappen dat duidelijk wordt wat bedoeld is. Dus: schrijven is schrappen. Zo wordt een tekst vaak een stuk leesbaarder.
De wijsheid ‘schrijven is schrappen’ wordt weleens toegeschreven aan cabaretier Herman Finkers, maar in werkelijkheid is die afkomstig van schrijver en mediapersoonlijkheid Godfried Bomans, die een van zijn vele boeken die naam gaf.
Schijnbare tegenstelling
Waar wil ik met het voorgaande naartoe? Schrijven is schrappen is een bekend en goed voorbeeld van de stijlfiguur paradox. Je weet wel: een schijnbare tegenstrijdigheid. De bewering klopt op het eerste gezicht niet, maar als je er dieper over nadenkt, zit er wel een zekere logica in. Het is een prima manier om een bepaalde wijsheid in je tekst te verstoppen en de tekst wat levendiger te maken.
Een paar andere voorbeelden?
Kalm aan, en snel een beetje. Kalm en snel zijn niet met elkaar te rijmen, maar de logica zit erin dat je de lezer of luisteraar aanspoort om snel rustig te worden.
Niets is helemaal waar, en zelfs dat niet. Hier staat dat zelfs de bewering ‘niets is helemaal waar’ niet helemaal waar is.
Aandacht vragen
Ook in de reclame wordt nogal eens gebruikgemaakt van de paradox als middel om aandacht te vragen, bijvoorbeeld de tv-commercial van een verzekeringsmaatschappij: Als je maar lang genoeg gewoon blijft, word je vanzelf bijzonder. Gewoon en bijzonder lijken met elkaar te botsen, maar het klopt wel: als je geen grote moeite doet om op te vallen ga je een bijzondere plaats innemen.
Nog een paar aardige voorbeelden:
- We leven onder de armoedegrens, maar zijn heel rijk.
- Aanval is de beste verdediging.
- In een vorig leven geloofde ik in reïncarnatie, maar nu niet meer.
- Iedereen is uniek, behalve ik (Herman Brusselmans)
- Corona: saamhorigheid op afstand.
Literair gebruik
Ook in allerlei literaire teksten is de paradox als stijlfiguur te vinden. Zo vertrouwde de belangrijke schrijver Multatuli aan het papier toe: ‘Ieder ziet dat ik geen schrijver ben.’
Soms vormt de paradox zelfs het hoofdthema van een literair werk. Een beroemd voorbeeld is de satirische lofrede Lof der zotheid van Erasmus, die gebaseerd is op de veronderstelling dat de dwaaste mens ook de meest wijze is.
Over de auteur
Peter van der Horst is zelfstandig taal- en tekstadviseur. Veel meer over allerlei taalverschijnselen is te vinden in zijn nieuwe boek Taaleigenaardigheden; onze taal – leuk en leerzaam. Uitgeverij Garant, 171 blz., € 18,50. Onze Taal: ‘Het is een leuke verzameling eigenaardigheden, met prima uitleg en veel aansprekende voorbeelden, en het leest lekker door.’
Eerder schreef hij onder andere Redactiewijzer, Stijlwijzer, Nieuwe leestekenwijzer en Duidelijke taal.
Handige artikelen van Peter om ook eens te lezen:
- Contaminatie: verhaspelde woorden
- Hang- en sluitwerk: leestekens
- Pleonasme: te veel van het goede
Volg ons