Taalfouten die bijna iedereen maakt, deel 4
In deze vierde blog over de Nederlandse taal ga ik het weer hebben over de “beruchte” d’s en t’s. In mijn derde blog die in april verscheen heb ik het gehad over de persoonsvorm. Deze keer ga ik het voltooid deelwoord behandelen.
Gebeurt of gebeurd?
Gebeurt (ik-vorm+t) gebruik je:
- met het, dat of wat als onderwerp in de tegenwoordige tijd:
Heb je door wat er gebeurt?
Het gebeurt vaker dan je denkt.
Hier is gebeurt de persoonsvorm in de zin. De persoonsvorm is het werkwoord in de zin dat van tijd kan veranderen als je de zin in de verleden tijd zet.
Had je door wat er gebeurde?
Het gebeurde vaker dan je dacht.
Gebeurd is een voltooid deelwoord. Daar staat dus altijd een persoonsvorm bij zoals is of was:
- Wat is er gebeurd?
- Wat was er gebeurd?
- Dat kan niet gebeurd zijn.
- Dat kon niet gebeurd zijn.
Het is dus erg belangrijk om eerst vast te stellen of je te maken hebt met een persoonsvorm of een voltooid deelwoord! Soms kan een foutje geld kosten. Kijk maar eens naar deze uitleg:
Voltooid deelwoord
Als het werkwoord in de zin niet van tijd kan veranderen, is het geen persoonsvorm maar vaak een voltooid deelwoord. Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets voltooid is en er staat meestal een hulpwerkwoord bij zoals hebben, zijn en worden.
Al je toch nog twijfelt tussen een -t of een -d, dan kun je naar de laatste letter van de stam kijken. In mijn vorige blog heb ik uitgelegd dat de stam van een werkwoord is.
Hier komt het ezelsbruggetje van ’t exkofschip van pas.
Regel: staat de laatste letter van de stam in ’t exkofschip of is de laatste letter een Engelse sisklank, dan eindigt het voltooid deelwoord op een -t:
Hele werkwoord – stam – voltooid deelwoord
werken – werk – gewerkt
knippen – knip – geknipt
finishen – finish – gefinisht
checken – check – gecheckt
Regel: staat de laatste letter van de stam niet in ’t exkofschip en de laatste letter is geen Engelse sisklank, dan eindigt het voltooid deelwoord op een -d:
Hele werkwoord – stam – voltooid deelwoord
melden – meld – gemeld
vertellen – vertel – verteld
verhuizen – verhuiz – verhuisd
reizen – reiz – gereisd
proeven – proev – geproefd
Let op met deze Engelse werkwoorden. Deze worden net als Nederlandse werkwoorden vervoegd:
liken – like – geliket
update – update – geüpdatet
upgraden – upgrade – geüpgraded
deleten – delete – gedeletet
Denk je nu dat je best nog wel wat kunt leren over spelling en grammatica? Ik heb een zeer leerzame onlinetraining ‘Foutloos Nederlands’ ontwikkeld die je kunt volgen waar en wanneer je maar wilt.
Extra Tip: Lees ook mijn eerdere blogs over Betekenisverschillen en over betrekkelijke voornaamwoorden.
Leuk Annemarie!
*geüpdatet