Waarom praten managers zo raar? (En wat jij eraan kunt doen)
Kromme taal vol afkortingen, Engelse woorden en woorden met andere betekenissen. Zo praten managers vaak tegen hun medewerkers. Joop Swieringa, initiatiefnemer van de Inburgeringscursus voor managers, probeert te snappen waarom managers zo raar praten.
Steeds meer mensen ergeren zich aan managementtaal. Zo vroeg Matthijs van Nieuwkerk van DWDD een tijdje geleden aan vijf hoogleraren welke woorden zij uit de huidige taal zouden willen schrappen. Uiteindelijk bleken vier van de vijf woorden met management te maken te hebben.
Een van de woorden was ‘uitrollen’. Uiteraard bedoelt men daarmee een maatregel, die door de top is bedacht, en waarvan de boodschap van boven naar beneden moet worden uitgerold. Als een traploper totdat de boodschap, via het middenkader, op de vloer, als een vliegtuig, is geland. Voer voor cabaretiers.
Managers zeggen ook altijd dat ze een taakstelling hebben. Dan bedoelen ze niet dat ze het druk hebben, maar dat ze mensen moeten ontslaan. En als ze praten over het implementatie-vraagstuk dan gaat het er niet over hoe iets moet worden toegepast maar hoe ze hun mensen zo ver kunnen krijgen, dat te gaan doen.
Ik zou willen dat managers hiermee stoppen. Ze maken er zichzelf belachelijk mee. En wat erger is, het is volgens mij ook een belangrijke oorzaak van het ontstaan van bureaucratie. Want als je denkt te snappen wat ze zeggen, blijkt vaak dat ze aan woorden een heel andere betekenis geven dan in het dagelijks leven gebruikelijk is. Dat leidt tot verwarring bij de medewerkers en zo kunnen managers beter greep houden op hun zaak.
Wat doen secretaresses hier eigenlijk aan, vroeg ik mij af? Want die zullen het toch ook raar vinden, praktisch en nuchter als zij meestal zijn. Ik zie al gesprekjes met hun baas voor me in de trant van: ‘Piet, moet je dat nou zo zeggen?’ Of: ‘Kon je het weer niet laten?’ Meestal is de verhouding namelijk zo dat bazen en secretaresses elkaar tutoyeren. En als de verhouding heel goed is: ‘Piet, wat is nou de diepere reden dat je het steeds zo ingewikkeld zegt?
Waarschijnlijk is dan meestal zijn antwoord: ‘Omdat al mijn collega’s dat zo doen.’ Omdat hij er dus bij wil horen. En ik denk dat daar zelfs een diepere psychologische reden achter zit: angst. Angst voor elkaar en vooral angst voor hun medewerkers. Angst voor het gedoe dat kan ontstaan als je eerlijk vertelt wat er aan de hand is. En die angst willen managers het liefst bezweren.
Daarom praten managers nooit over saneren maar over reorganiseren. Precies zoals de nieuwe topman van Blokker doet. Wat de journalist hem ook vroeg, steeds antwoordde hij: ‘Totale transformatie’. Het vervelende is vaak, dat hoe meer verdoezeltaal men spreekt, hoe groter de kans dat juist daardoor gedoe ontstaat.
Daarom mijn oproep: praat je baas niet naar de mond, maar eis dat hij normaal Nederlands blijft spreken.
Wil je meer weten over waarom managers niet zeggen wat ze bedoelen en doen wat ze niet zeggen?
Lees dan Inburgeringscursus voor managers (Haystack) van Joop Swieringa.
Volg ons