Wat heeft taal leren met sporten te maken?

door Alexandra Koch · 1 mei 2018

Ik geef je graag drie tips hoe je eenvoudig en gemakkelijk je Duitse woordenschat kunt uitbreiden.

De hersenen werken als een spier – train je niet, wordt de spier slap.

Veel van mijn cursisten begrijpen Duits wel, maar spreken het minder goed. Als ze iets in het Duits willen zeggen, dan glipt er nog weleens een Engels woordje tussendoor. Dit komt vaak omdat ze in hun dagelijkse werkzaamheden vaker Engels dan Duits spreken. Een kwestie van trainen.

Ingeroest? Begin langzaam met opbouwen!

Tip 1 – tempo omlaag

Neem het spreektempo terug en denk na over wat je wilt zeggen.

Tip 2 – luisteren en nadoen

Door goed te luisteren wat een ander zegt, kun je heel veel woorden leren. Daarmee bouw je ook je passieve woordenschat op, dat is de woordenschat die je niet actief gebruikt maar waarmee je wel heel veel gesproken of geschreven teksten kunt begrijpen.

Verder kun je door goed naar je gesprekspartner te luisteren, in jouw antwoord enkele woorden overnemen. De praktijk volgt het principe van voordoen en nadoen.

Enkele voorbeelden

Wie geht es Ihnen? Mir geht es gut! (Ihnen/ mir -> 3e naamval)
Wir haben hier eine wunderbare Umgebung. Ja das stimmt, die Umgebung ist wirklich wunderbar. (eine = die)
Können Sie mich mit Herrn XY verbinden? Ja, das ist kein Problem, ich verbinde Sie. (mich/ Sie -> 4e naamval)
Das Restaurant XY ist wirklich ausgezeichnet. Ja wir haben auch ausgezeichnet gegessen.
Ist Herr xy schon nach Hause gegangen oder hat er einen Termin ? Herr xy hat einen Termin. (Termin = afspraak)
Kann ich etwas ausrichten oder möchten Sie warten? Ich möchte bitte warten.
Bij de volgende gelegenheid kun je aangeven: “Könnten Sie bitte etwas ausrichten!” (een bericht doorgeven)

Tip 3 – opslaan en herhalen

Vallen je bijzondere woorden of uitdrukkingen op?

Maak snel een notitie, spreek ze jouw smartphone in of verzamel ze in een klein Excel bestandje op je computer.

Door het op te schrijven heb je het al een keer herhaald. En leren is niets anders dan dingen – in dit geval woorden – te herhalen en toe te passen. Vanaf nu probeer je de verzamelde woorden zo vaak mogelijk te gebruiken. Maak een schema (3x per dag of 3x per week) – het moet vooral bij je passen! In het geval van taal oefenen zijn meerdere korte oefeningen beter dan een enkele keer heel lang oefenen.

…Net als bij de oefeningen in de sport school…Jouw spieren worden pas door de herhalingen sterk!