3 tips voor een veilige Kerst op kantoor
Bij de receptie staat een fonkelende kerstboom en er hangt een rode kerstster naast de computer. Zou deze versiering wel veilig genoeg zijn?
In dit artikel 3 tips voor een veilige Kerst op het werk.
Kerstboom
Bij aankoop is het belangrijk om te testen hoe droog de boom is. Tik de boom een paar keer op de grond en kijk of er veel naalden uit vallen. Daarnaast is het dus belangrijk om de kerstboom direct na aanschaf genoeg water te geven. Dit nat houden kan zowel bij bomen met kluit als bij bomen zonder kluit. Gebruik voor bomen zonder kluit een houder met waterreservoir en houd deze goed in de gaten. Een boom met kluit moet altijd vochtig aanvoelen. Omdat het bij een kluitboom lastiger is te bepalen of deze voldoende vochtig is, is het ook mogelijk om de kluit eraf te zagen (alleen als deze niet in een pot is gekweekt). Boom zonder kluit gekocht? Zaag dan thuis 3 centimeter van de onderkant van de stam af (niet schuin). Plaats de boom in de houder en zorg dat de onderste 5 centimeter van de stam constant in het water staat.
TIP: Over het algemeen zijn kunstkerstbomen brandveiliger dan echte kerstbomen. Let wel even op een goed keurmerk (bijvoorbeeld een TÜV-keurmerk).
Locatie
Waar plaats je hem precies? In ieder geval niet te dicht bij gordijnen of andere makkelijk brandbare spullen. Plaats een kerstboom zo dat hij de nooduitgang niet verspert, ook niet als hij is omgevallen. De afstand tussen de boom en een uitgang moet tenminste anderhalf keer de hoogte van de boom zijn. Dus een boom van 2 meter plaatst u op tenminste 3 meter van een uitgang. Staat een kleine boom op een tafeltje, dan telt de hoogte van het tafeltje ook mee. Zorg ervoor dat de boom goed stevig staat zodat deze niet gemakkelijk om kan vallen.
TIP: Bind een stuk staaldraad aan de stam op ongeveer één vierde van de boom onder de top. Bevestig vervolgens het andere eind aan een schroefoog in het plafond.
Kerstverlichting
Slechte kerstverlichting kan brand of een elektrische schok veroorzaken. Als de bedrading is beschadigd, kan de binnenkant worden aangeraakt, wat een elektrische schok kan veroorzaken. Ook kan er bij een zwakke (beschadigde) plek door oververhitting brand ontstaan. Veel oudere verlichting bevat lampjes die vervangen kunnen worden. Dit vergroot het risico op contact met de bedrading en dus op een elektrische schok. Deze oudere verlichting werkt bovendien op 230 volt, wat gevaarlijk kan zijn.
Veilige kerstverlichting is voorzien van een KEMA-KEUR, Intertek of GS. Met een CE-keurmerk toont de fabrikant aan dat het product aan de geldende veiligheidseisen voldoet. Hierbij heeft niet per se een onafhankelijke keuring plaatsgevonden, zoals dat bij de eerstgenoemde keurmerken wel het geval is.
Tegenwoordig wordt steeds meer led-verlichting verkocht. De lampjes kunnen niet vervangen worden en worden niet warm zoals de ‘ouderwetse’ lampjes. Tegenwoordig is er ook steeds meer verlichting te koop met een adapter of transformator die voor een lagere en dus minder gevaarlijke spanning zorgen. Let ook bij de voeding op of deze voorzien is van een erkend keurmerk. Om de veiligheid te waarborgen, is het tot slot belangrijk om een verlengsnoer direct in een geaard stopcontact te doen en niet aan elkaar te koppelen. Rol kabelhaspels altijd helemaal af.
TIP: Doe de verlichting na sluitingstijd altijd uit. Draai hiervoor niet alleen de lampjes los, maar haal heel de stekker uit het stopcontact.
Nog oude lampjes in gebruik? Controleer op beschadigde bedrading en afzonderlijke lampjes. Is een lampje kapot? Vervang deze van wanneer het lichtsnoer uit het stopcontact is gehaald. Mochten bij het verwisselen draadjes loskomen, dan is het advies de kerstverlichting direct weg te gooien.
Bron: meer tips lees je op Facto.nl
Volg ons