Productiviteitstrucs van creatieve genieën
De evenementensector is een creatieve sector. Als organisator wordt er van je verwacht dat je telkens weer met een origineel concept komt opdraven. Maar waar haal je die ideeën vandaan?
Hieronder een aantal trucs die creatieve genieën gebruikten om hun creativiteit en productiviteit te verhogen.
- Beethoven begon elke dag met een kop koffie en gebruikte altijd zestig koffiebonen per tas.
- Benjamin Franklin ging vroeg slapen en stond ook vroeg op. Op latere leeftijd nam hij ’s morgens ‘een luchtbad’: een naakte lees- en schrijfsessie van een uur.
- Victor Hugo at rauwe eieren bij zijn ontbijt.
- Sigmund Freud liet elke ochtend zijn baard trimmen.
- Agatha Christie had geen bureau. Ze schreef tachtig romans en negentien toneelstukken zonder er ooit één te bezitten en schreef gewoon overal waar ze zitten kon.
- Ernest Hemingway schreef rechtstaand.
- Richard Wright kon enkel op een bankje in Fort Greene Park in Brooklyn schrijven.
- Maya Angelou verkoos dan weer hotelkamers voor haar schrijfactiviteiten.
- Frank Lloyd Wright zette nooit iets op papier vooraleer een gans ontwerp te bedenken.
- Truman Capote beweerde enkel liggend te kunnen nadenken (Marcel Proust ook).
- Igor Stravinsky ging op zijn hoofd staan als hij vastzat met een compositie.
- Woody Allen neemt een douche wanneer hij een mentale oppepper nodig heeft.
- Glenn Gould scherpte op belangrijke opnamedagen zijn hersenen aan door te vasten.
- Friedrich Schiller liet appels rotten op zijn bureau. Dat stimuleerde volgens hem de creativiteit.
- Stephen King probeert elke dag 2.000 woorden te schrijven (meestal doet hij daar vijf uur over).
- Vladimir Nabokov schreef elke paragraaf en elk hoofdstuk van de eerste versie van zijn boeken op aparte kaarten. Op die manier kon hij gemakkelijk aan de volgorde sleutelen.
- Mark Twain las elke dag alles wat hij die dag had geschreven luidop voor aan zijn familie en vroeg hen om feedback.
- Anne Rice volgde terwijl ze ‘Interview with the Vampire’ schreef een schema van overdag slapen en ’s nachts werken. Dat hielp haar om zich te concentreren en niet afgeleid te raken.
- Jerzy Kosinsky stond elke dag om acht uur op en sliep dan vier uur in de namiddag. Hij schreef vervolgens door tot de vroege ochtend alvorens nog een viertal uur te slapen.
- Willem de Kooning was een nachtuil. Omdat de verwarming na vijf uur ’s middags niet meer werkte, droeg hij tijdens het schilderen een hoed en jas.
Volg ons