Taalfouten die bijna iedereen maakt, deel 2
In een eerdere blog heb ik geschreven over betekenisverschillen als je wel of geen spatie gebruikt. In deze tweede blog over de Nederlandse taal wil ik het hebben over verwijswoorden. Hier struikelen we nog wel eens over zowel in spreek- als in schrijftaal. In onderstaande voorbeelden leg ik uit hoe je betrekkelijke voornaamwoorden juist gebruikt. Vooral het verwijzen naar het-woorden gaat nogal eens fout.
Dat of wat?
Wanneer gebruik je ‘dat’?
Je gebruikt ‘dat’ om terug te verwijzen naar een het-woord:
- Het meisje dat daar loopt, is mijn nichtje. (En dus niet: *het meisje die daar loopt)
- Hij kocht het grootste boeket dat hij kon krijgen.
Wanneer gebruik je ‘wat’?
Alleen in deze drie gevallen:
- na ‘dat’, ‘datgene’, ‘iets’, ‘niets’, ‘enige’ en ‘alles’ (onbepaalde woorden)
- Ik weet iets wat ik niet mag zeggen.
- Dat is het enige wat ik vandaag heb gedaan.
- om terug te verwijzen naar een hele zin
- Het regent vandaag, wat ik erg jammer vind.
- Het bestuur verwierp het voorstel, wat tot grote teleurstelling leidde.
- na een overtreffende trap waar geen zelfstandig naamwoord achter staat.
- Dat is het laatste wat ik zeg.
- Dat is het beste wat hij kon krijgen.
Ik lees en hoor tegenwoordig dat we collectief aan de wat-ziekte lijden. Op plekken waar eigenlijk ‘dat’ moet worden gebruikt (verwijzing naar een het-woord), verschijnt opeens ten onrechte ‘wat’.
Fout:
*Hierbij nodigen wij je uit voor het verlovingsfeest wat plaatsvindt op donderdag 7 maart.
Goed:
Hierbij nodigen wij je uit voor het verlovingsfeest dat plaatsvindt op donderdag 7 maart.
‘Dat’ verwijst hier naar het feest.
Regel:
Dat verwijst naar een onzijdig zelfstandig naamwoord. Dus: het huis dat, het meisje dat.
Wat verwijst naar een zinsdeel, naar iets onbepaalds of naar een overtreffende trap.
Die of dat?
‘Die’ verwijst naar de-woorden, ‘dat’ verwijst naar het-woorden. Let dus goed op naar welk woord je verwijst. Er kan een betekenisverschil ontstaan:
Zij bekeken de achterzijden van het huis dat prachtig opgeknapt was.
‘Dat’ verwijst naar het huis. Betekenis: het hele huis is opgeknapt.
Zij bekeken de achterzijde van het huis die prachtig opgeknapt was.
‘Die’ verwijst naar de achterzijde. Betekenis: alleen de achterzijde van het huis was opgeknapt.
Uitsmijter:
Welke als verwijswoord is erg ouderwets en formeel. Gebruik het daarom niet.
Fout/ouderwets:
*Het schilderij welke daar hangt, is vergeeld.
*De villa welke te koop staat, heeft maar liefst zes slaapkamers en twee badkamers.
Geschreven door Annemarie Kap, Taalexpert
Denk je nu dat je best nog wel wat kunt leren over spelling en grammatica? Ik heb een zeer leerzame onlinetraining ‘Foutloos Nederlands’ ontwikkeld die je kunt volgen waar en wanneer je maar wilt. Kijk eens op mijn website.
Volg ons