Taalfouten die bijna iedereen maakt, deel 9
Deze negende blog over de Nederlandse taal gaat over een taaldilemma waar veel Nederlanders mee worstelen of waarvan velen zich niet eens bewust zijn dat ze deze fout maken. Wanneer gebruik je ‘hun’ of ‘hen’ en wanneer ‘zij’?
Veel mensen vinden het gebruik van hun, hen en zij nogal verwarrend. Om het verschil te kunnen begrijpen moet je de zin kunnen ontleden: dat saaie vak op school dat je het liefst altijd oversloeg. Maar ik zeg altijd dat correct schrijven begint en eindigt met goed kunnen ontleden.
Een zin heeft altijd een onderwerp en een gezegde:
De man geeft.
De man is hier het onderwerp van de zin, want hij voert de actie uit. En ‘geeft’ is hier het gezegde en ook gelijk de persoonsvorm. Hé, hebben we die term niet eerder gehoord? Dat klopt! Kijk nog maar eens naar mijn blog van april over werkwoordsvormen. Toen heb ik je uitgelegd dat het belangrijk is te weten of een werkwoord in een zin een persoonsvorm of een voltooid deelwoord is. Een kenmerk van de persoonsvorm is dat deze van tijd kan veranderen: “De man gaf”.
In de volgende zin heb ik een lijdend voorwerp toegevoegd. Het lijdend voorwerp ondergaat als het ware de actie.
De man geeft een cadeau.
‘een cadeau’ is het lijdend voorwerp in de zin.
We kunnen de zin nog uitbreiden door er een ‘meewerkend voorwerp’ aan toe te voegen:
De man geeft (aan) de meisjes een cadeau.
‘De meisjes’ is het meewerkend voorwerp. Je kunt dit zinsdeel herkennen omdat je er ‘aan’ voor kunt zetten.
‘De meisjes kun je vervangen door het woordje ‘hun’.
De man geeft hun een cadeau.
Regel: hun gebruik je als het een meewerkend voorwerp in de zin is.
Verder gebruik je hun als het een bezittelijk voornaamwoord is:
Hun zoon is vandaag jarig.
Wanneer gebruik je dan het woord ‘hen’?
Regel: gebruik hen na een voorzetsel
Jan geeft het cadeau aan hen.
Of als het een lijdend voorwerp is
Sylvia heeft hen niet uitgenodigd.
In de laatste zin zou je in de spreektaal ook ‘ze’ kunnen gebruiken.
Let op: hun als onderwerp van de zin is fout.
Zij gaan boodschappen doen
En niet: ‘Hun gaan boodschappen doen’!
Ik durf te beweren dat meer dan de helft van de Nederlanders ‘hun’ als derde persoon meervoud gebruiken in plaats van ‘zij’. Er zijn zelfs taalkundigen die beweren dat deze fout op den duur goed gerekend gaat worden, omdat deze vorm zo vaak gebruikt wordt.
Volg ons