Ziek van je baas?
Een poosje geleden had ik met een goede vriendin, laten we haar Bernadette noemen, (ze is directiesecretaresse van een bestuurder van een grote zorginstelling) het volgende gesprek nadat ik had gevraagd; ‘Hoe is het op je werk?’
‘Je weet toch, Bart, dat we met ons bestuur en het servicebedrijf in een bedrijfverzamelgebouw zitten aan de rand van de stad?’ Ik knikte. ‘Nou,’ ging ze verder, ‘naast ons staat al een hele tijd een pand leeg, maar we hebben van de week gehoord dat dat net verhuurd is aan een IT-bedrijf. Vanaf volgende maand trekken ze er in. Het gevolg is dat de parkeerplaats die tussen ons pand en hun pand zit dan gezamenlijk moet worden gebruikt. Dat gaat gegarandeerd voor problemen zorgen. We hebben nu al af en toe te weinig parkeerplaatsen. Dus als straks al die IT-ers ook met de auto komen hebben we echt een probleem. En weet je wat mijn baas me voor een opdracht gaf?’ Ik was niet snel genoeg, dus Bernadette ging verder met haar verhaal, ‘Mijn baas zei: “regel met de facilitaire dienst dat ze een parkeerplaats voorzien van een bordje met mijn kenteken en ‘gereserveerd’ erop.” Wat vind je daar nou van Bart?!’ Opnieuw kreeg ik geen kans een antwoord te bedenken, ze ging al weer verder: ‘Hij denkt niet eens na over dit parkeerprobleem voor alle medewerkers, hij denkt alleen maar aan een oplossing voor zichzelf. En weet je wat hij vorige week tegen me zei toen we net samen een MT-vergadering uitliepen en er net besloten was dat de verlofregistratie binnen de hele organisatie heel veel strakker en nauwkeuriger moet?! “Geldt niet voor mij hoor, ik werk hard genoeg. Al die keren dat ik ’s avonds nog een telefoontje krijg rechtvaardigen echt wel twee weken extra verlof. Die hele registratie is niets voor mij. Ik sta daar boven.”’ Met een diepe zucht eindigde ze haar verhaal: ‘Ik verlang toch zo terug naar de vorige bestuurder. Dat was tenminste niet zo’n narcist die zichzelf boven alle regels verheft. Echt, ik ben zo klaar met deze lul.’
Ik vrees dat veel secretaresses wel eens voor een dergelijke man (narcisten zijn vaak mannen) hebben gewerkt. In mijn boek ‘Ziek van je baas?’ beschrijf ik 34 foute managementstijlen. En ik vrees dat dat geen uitputtende lijst is. Een goede manager zijn, weet ik uit ervaring, is best lastig. Je wilt het goede doen: leiderschap tonen, een visie uitdragen, besluitvaardig zijn, etc. Ik vergelijk management vaak met ouderschap. Een goede ouder zijn is ook moeilijk. En tegelijkertijd; het is ook weer geen rocket science. Want als je naar onderstaande lijstje kijkt waarin medewerkers aangeven wat ze van hun ‘baas’ verwachten is het ook weer niet zó bijzonder.
- Vertrouwen geven.
- Respectvol zijn.
- Waardering schenken, complimenten geven.
- Integer en eerlijk zijn. Afspraken en beloften nakomen en hierin altijd het goede voorbeeld geven.
- Veiligheid en geborgenheid geven. Loyaal naar de medewerkers zijn. Achter de medewerkers staan.
- (Snel) besluiten nemen en hierin consequent en consistent zijn.
- Onbaatzuchtig en ruimhartig zijn.
- Inlevingsvermogen tonen en oprechte aandacht geven. De medewerker serieus nemen en op gelijk niveau willen discussiëren. Tegen de medewerker zeggen: ‘Wat jij vindt, doet ertoe.’
- Grenzen stellen en transparant actie ondernemen als deze overschreden worden.
- Motiverend en inspirerend zijn. Kansen voor de medewerker zien. Ruimte geven.
- Vergevingsgezind zijn en meer aandacht schenken aan het positieve dan aan het negatieve.
- Zich kwetsbaar durven opstellen, authentiek zijn.
- Hulpvaardig, faciliterend en voorwaardenscheppend zijn.
Als je naar bovenstaande lijstje kijkt zie je dat het in essentie er vooral om gaat dat je je fatsoenlijk gedraagt.
Een mooi voorbeeld van ‘hulpvaardig, faciliterend en voorwaardenscheppend’ uit bovenstaand lijstje maakte ik jaren geleden mee. Ik werkte bij een softwarebedrijf. Er startte een grote vervangingsronde waarbij oude typen werden vervangen door nieuwe snelle exemplaren. Onze salesdirecteur was aan de beurt en kreeg een snellere en modernere PC. Ik weet nog goed dat hij direct nadat de installateur zijn kantoor uitliep de PC oppakte en naar een van de programmeurs van ons ontwikkelteam liep en zei: ‘Hier Kees, dit is mijn nieuwe snelle PC. Geef mij die oude van jou maar, Ik doe toch alleen maar Powerpoint en Word. Jij hebt die snelheid van de nieuwe PC harder nodig dan ik.’
Mijn vriendin Bernadette heeft inmiddels besloten op zoek te gaan naar een andere baan. Toch sneu dat zo’n lul van een manager zoveel invloed heeft op het werkplezier. Veel secretaresses kennen denk ik ook ‘de micromanager’. Zo’n manager die allemaal micro-instructies geeft, alles zelf gaat controleren en je steeds lastig valt met ‘reminders’ waar je, als professioneel secretaresse, heus wel zelf aan denkt. Gek wordt je van zo’n micromanager. Heeft hij niets beters te doen?
Hoe zorg je er voor dat je als secretaresse niet ziek wordt van je slechte manager?
Wat overlevingsstrategieën betreft, komt het er in essentie op neer dat je ervoor kunt kiezen om niets te doen en te leren het te accepteren, je kunt proberen jezelf te veranderen zodat je laconieker wordt en er niet ‘ziek’ van wordt, of je kunt proberen je baas of de situatie te veranderen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Soms kun je je manager wel uitleggen wat zijn houding en gedrag met je doen en soms zie je inderdaad een gedragsverandering. En natuurlijk, je kunt van baan veranderen. Als je voor deze laatste optie kiest is het natuurlijk wel verstandig om eerst goed te checken of je nieuwe baas niet toch een van de andere foute managementstijlen heeft.
Geschreven door: Bart Groothuis, auteur van het boek ‘ziek van je baas?’
Bestel het boek via
Managementboek.nl
Volg ons