Zo schrijf je een komische speech
Niets is zo lastig als op commando grappen bedenken. In deze bijdrage wil ik graag een voorproefje geven van mijn boek ‘Zo word je grappig’ waarin ik laat zien hoe je een komische speech kunt schrijven.
Het negenstappenplan
De centrale gedachte achter het stappenplan luidt als volgt: humor gaat altijd om het grappig verwoorden van originele inzichten (‘premissen’) over een bepaald onderwerp, vanuit een bepaalde emotie. Het plan bevat negen stappen. In stap 1 bepaal je het onderwerp, waarna je in stap 2 er over gaat brainstormen. In stap 3 benoem je je attitude tegenover het onderwerp en in stap 4 formuleer je de originele inzichten erover, de premissen dus. Daarbij put je uit de brainstorm-opbrengst. Deze premissen zijn bewust nog niet grappig. In stap 5 bedenk je vervolgens per premisse de eigenlijke grappen (‘pay offs’). Daarbij maak je gebruik van de humorsoorten en bijbehorende mentale houdingen, terwijl je in je hoofd de items uit de (overige) brainstorm-opbrengst afloopt. Vroeg of laat stuit je dan op iets komisch. In stap 6 ga je na of je met humortechnieken – denk aan zaken als overdrijven, omdraaien en vergelijken – nog meer uit de grappen kunt halen. In stap 7 bekijk je of je met act outskunt werken, waarbij je de grap speelt. En in stap 8 verken je of je wat als-vragen kunt toepassen, de zogenaamde mixes. In stap 9 ten slotte orden je de grappen.
Het voert te ver om hier alle negen stappen verder uit te werken, maar een kleine blik op de humorsoorten en de bijbehorende mogelijke grappen volgt hieronder.
Humorsoorten
Humor door komische observatie ontstaat door het blootleggen van eigenaardige gedragingen, uitspraken en fenomenen. De grap ligt als het ware voor het oprapen. De kunst is om het grappige gegeven te herkennen en te benoemen. Kijk met een open blik in de rondte en registreer alle zaken die jou op de een of andere manier opvallen.
Veel komische observatiehumor ontstaat door inzicht in de werking van de menselijke psyche. Zo zijn we allemaal snel verongelijkt:
‘Je kent dat wel. Dat je de hele nacht hebt zitten werken aan een wraak-e-mail, als was het een slotpleidooi in een moordzaak.’ (Louis C.K.)
Je komt op foute opmerkingen door met taboes te spelen. Een taboe is een verbod op het schenden van bepaalde, vaak ongeschreven maatschappelijke normen. Niets is heilig bij deze humorsoort. Bedenk wat je absoluut niet kunt zeggen, en choqueer door dat vervolgens toch te doen. Elk denkbaar taboe kan daarbij betrokken zijn. Zo is er het verbod op het schenden van de norm van het onderlinge respect:
Iemand van je werk komt te overlijden. Jullie afdeling krijgt geen uitnodiging voor de afscheidsceremonie. Als jij daar navraag naar doet, krijg je te horen: ‘Nee, alleen directe collega’s zijn uitgenodigd, en dat waren jullie niet. En nu al helemaal niet meer.’
Bij absurdisme sticht je verwarring door zaken die onmogelijk zijn toch vaag logisch te laten lijken. Je start in de regel met een denkstap die in strijd is met de logica en de fysica. Als je je toehoorder daar eenmaal in mee hebt gekregen ga je los. Daarbij trek je de wetten van de nieuwe context consequent door. Een voorbeeld:
Twee bestuurders gaan naar een overleg in een psychiatrische instelling. ‘En nu maar hopen dat ze ons daar straks ook weer laten gaan,’ grapt de een. ‘Er schijnen mensen te zijn geweest die gingen als bestuurder naar binnen, en kwamen als patiënt weer naar buiten.’ ‘Klopt, maar dat is nog niet het ergste,’ reageert de ander, ‘er waren nog meer mensen die als patiënt naar binnen gingen, en als bestuurder weer naar buiten kwamen.’
Bij spot ridiculiseer je iets of iemand door bepaalde feiten in een lachwekkend daglicht te stellen. Zelfspot, plagen, terechtwijzen en het ontmaskeren van een drogreden zijn belangrijke vormen van spot. Soms kun je met een goed geplaatste kwinkslag een ander op zijn nummer zetten. Kijk maar eens naar de reactie van partijleider Sigrid Kaag van D66 op het nieuws dat tweede man Rob Jetten niet op haar zal stemmen:
‘Ik heb voor de zekerheid mijn kinderen nog eens gevraagd of ze op mij gaan stemmen.’
Woordspeling houdt in dat je woorden zodanig gebruikt dat ze tot een verrassend nieuw gezichtspunt leiden. Je husselt betekenissen, letters, klanken en afkortingen door elkaar. Vaak maak je daarbij gebruik van clichés:
Ik geloof niet in god, maar ik geloof wel dat er ’n Mart Smeets is.
Formulegrappen zijn kant-en-klare grappen in je repertoire. Je kunt ze altijd en overal inzetten, als je ze maar onthoudt. De succesvolle grappenmaker snijdt zijn formulegrappen soepel op maat. Een voorbeeld weer:
Je weet dat je minder moet gaan drinken als … je emotioneel wordt van de film Sissi, die junge Kaiserin.
Geschreven door: Marc Gulikers
Wil je nu weten hoe je dit stapsgewijs kunt opzetten?
Lees dan verder in ‘Zo word je grappig’.
Volg ons