Nietszeggende woorden (die ook jij gebruikt)
Managementjargon is vaak doorspekt met woorden die plots zo ‘in’ zijn dat iedereen ze gebruikt, terwijl eigenlijk heel onduidelijk is wat ze precies willen zeggen. Dat leidt snel tot wat men ook wel vaagtaal noemt: taalgebruik dat uitblinkt in nietszeggende vaagheid. Let daarom op dat de volgende termen niet te pas en te onpas in je woordgebruik sluipen.
1. Sparren
Dit woord heeft in managementwereld niets met bomen of dennen te maken. Nogal wat jonge managers gebruiken om aan te geven dat ze over een bepaald onderwerp nog van gedachten willen wisselen met iemand anders, dat ze willen horen wat de andere van hun voorstellen denkt.
2. Proactief
Natuurlijk is het belangrijk om de dingen niet op hun beloop te laten en vooruit te kijken. Maar dat betekent niet dat je om de haverklap moet spreken over een proactieve aanpak. Overdadig gebruik van dit woord holt de betekenis wat uit.
3. Professionals
Iedereen die zijn carrière ernstig neemt, getuigt van een professionele ingesteldheid. Als je het te vaak over professionals hebt, dan lijkt het alsof je ervan overtuigd bent dat die groep beter is of meer kan dan anderen op de arbeidsmarkt.
4. Targets
Velen vinden het nog altijd bon ton als ze hun taalgebruik met zoveel mogelijk Engelse termendoorspekken. Waarom zou je niet gewoon zeggen dat je de doelstellingen wil halen?
5. Tools
In elk businessgesprek komt dit woord talloze keren voor. Samen met ‘targets’ vormt het een soort Siamese tweeling. Denk eraan dat je ook perfect voor de term ‘instrumenten’ kan kiezen. Of dat je concreet kan aangeven welke instrumenten je precies zal gebruiken om je doelstellingen te bereiken.
6. Implementeren
Als de strategie duidelijk is afgesproken moet ze ook in daden worden omgezet. Want intenties zijn allemaal goed en wel, er moet nog altijd actie worden ondernomen. Maar te pas en te onpas spreken over het ‘implementeren’ van de plannen en de strategie doet sommigen koude rillingen krijgen.
7. Terugkoppelen
Ook dit is een ongemeen populaire term in het managementjargon. Terwijl je natuurlijk ook gewoon kan zeggen dat je één en ander intern of met je baas wil bespreken.
8. Delegeren
Anderen verantwoordelijkheid geven om zo boven zichzelf uit te groeien, daar is niets mis mee, maar als je voortdurend het woord delegeren in de mond neemt om niets anders te doen dan een collega met vervelende klusjes op te zadelen, dan is het toch niet zo’n goed idee.
9. Functioneringsgesprek
Als de vlag van het woord functioneringsgesprek altijd de lading zou dekken zou het om een gesprek gaan waarin je met je oversten bespreekt op welke punten je je professionele activiteit nog kan verbeteren. Maar meestal komt zo’n gesprek erop neer dat de manager nog even duidelijk zegt dat je geen opslag zal krijgen en dat je in feite blij mag zijn dat je niet wordt ontslagen.
10. Headcount
Letterlijk slaat het op het aantal medewerkers dat aan jou moet rapporteren. “Hoeveel headcount heb jij?” is een zinnetje om de kriebels van te krijgen, want het vraagt naar hoe belangrijk je in feite bent.
Volg ons