Kan je of kun je? Zo maak je de juiste keuze
Als secretaresse wil je dat elke e-mail die je verstuurt, perfect is. Daarom nemen we je in deze blog mee in het subtiele, maar belangrijke verschil tussen kan je of kun je.
Kun of kan: wat is het verschil?
Het verschil tussen ‘kun’ en ‘kan’ heeft alles te maken met de persoon waarover je praat.
- Kan gebruik je als je verwijst naar jezelf (ik) of naar de derde persoon enkelvoud (hij, zij, het).
Ik kan dit document morgen versturen.
Hij kan de vergadering niet bijwonen.
- Kun gebruik je alleen als je iemand rechtstreeks aanspreekt (je/jij).
Kun je me helpen met deze taak?
Jij kunt dat rapport beter schrijven dan ik.
Dus onthoud: als je iemand direct aanspreekt, gebruik je ‘kun’. Praat je over jezelf of iemand anders, dan gebruik je ‘kan’.
Voorbeeldzinnen met ‘kun’ of ‘kan’
- Kun je de notulen van de vorige vergadering controleren?
- Ik kan je vanmiddag wel even bellen om dit door te nemen.
- Kun je ervoor zorgen dat het document tijdig wordt ingediend?
- Hij kan helaas niet deelnemen aan de training volgende week.
- Kun jij even kijken of de agenda compleet is?
Wanneer schrijf je ‘jou’, ‘jouw’ of ‘je’?
Het gebruik van ‘jou’, ‘jouw’ en ‘je’ kan soms verwarrend zijn, vooral in snelle e-mails of informele communicatie. Laten we de verschillen eens onder de loep nemen.
- ‘Jou’ is een persoonlijk voornaamwoord dat je gebruikt als je iemand direct aanspreekt, zonder bezit aan te geven. Het vervangt vaak de naam van de persoon.
- ‘Jouw’ is een bezittelijk voornaamwoord dat aangeeft dat iets van de persoon in kwestie is. Het wordt altijd gevolgd door een zelfstandig naamwoord.
- ‘Je’ kan zowel als persoonlijk voornaamwoord (‘jij’ in verkorte vorm) als bezittelijk voornaamwoord (‘jouw’ in verkorte vorm) gebruikt worden. Het is informeler en wordt vaak in gesproken taal of informele teksten gebruikt.
Voorbeeldzinnen (met verbeteringen) met ‘jou’, ‘jouw’ en ‘je’
- Jou wil ik graag spreken over het nieuwe project.
Verbetering: Ik wil je graag spreken over het nieuwe project. - Heb je jouw voorstel al ingediend?
Verbetering: Heb je je voorstel al ingediend? (of in een formele context: Heb jij jouw voorstel al ingediend?) - Jouw team heeft goed werk geleverd.
Verbetering: Je team heeft goed werk geleverd. (of voor meer nadruk: Jouw team heeft uitstekend werk geleverd.) - Wat is jouw mening over deze strategie?
Verbetering: Wat is je mening over deze strategie? (In een informeel gesprek.) - Bedankt voor jou feedback op het rapport.
Verbetering: Bedankt voor jouw feedback op het rapport. (of Bedankt voor je feedback op het rapport.)
Me of mij?
Het kiezen tussen ‘me’ en ‘mij’ is afhankelijk van de context en de toon die je wilt overbrengen. Gebruik ‘mij’ in formele of benadrukte situaties, terwijl ‘me’ beter geschikt is voor informele, alledaagse zinnen.
Voorbeeldzinnen met ‘me’ en ‘mij’ (met verbeteringen)
- Bel me als je hulp nodig hebt.
Verbetering: Bel mij als je hulp nodig hebt. (Of voor een formelere toon: Neem contact met mij op als je hulp nodig hebt.) - Hij gaf het boek aan mij.
Verbetering: Hij gaf me het boek. (informeler: Hij gaf het boek aan me.) - Wil je me even helpen?
Verbetering: Wil je mij even helpen? (Nadruk op wie geholpen moet worden.) - Geef mij maar de pen.
Verbetering: Geef me de pen maar. (Voor een meer ontspannen, informele toon.)
Andere taaldilemma’s
- Is het hen of hun? Deze ezelsbrug helpt!
- Wat is juist qua spelling: e-mailadres of e-mail adres?
- “Ik hou je op de hoogte” of “Ik houd je op de hoogte”? Lees het in dit blog.
Volg ons