Wishful thinking: valkuil of geheime superkracht?
Zou het niet heerlijk zijn als problemen zichzelf oplosten, collega’s altijd meewerkten en je manager uit zichzelf alle belangrijke e-mails op tijd beantwoordde? Klinkt goed, toch? Maar eerlijk is eerlijk: dat is wishful thinking – hoopvol en optimistisch denken zonder een stevige realiteitscheck. Herkenbaar? Gelukkig is wishful thinking niet per se iets negatiefs. Als je het slim inzet, kan het zelfs een krachtig hulpmiddel zijn in je werk. In dit artikel ontdek je hoe je wishful thinking in toom houdt én hoe je het in je voordeel laat werken.
Wat is wishful thinking eigenlijk?
Wishful thinking is het fenomeen waarbij je dingen graag ziet zoals je hoopt dat ze zijn, in plaats van hoe ze écht zijn. Op de werkvloer kom je dat op allerlei manieren tegen. Een paar voorbeelden:
- Je hoopt dat een stapel lastige e-mails vanzelf minder wordt als je ze even negeert
- Je rekent erop dat je manager deze keer wél op tijd aanlevert wat je nodig hebt
- Je gelooft dat het agendaprobleem ‘vanzelf’ minder wordt als iedereen gewoon beter plant
- Je denkt dat die ene collega ooit ophoudt met last-minute verzoeken, zonder dat je daar iets van hoeft te zeggen
Herkenbaar? Je bent niet de enige. We hebben allemaal weleens de neiging om te hopen in plaats van te handelen. Maar als je daarin doorschiet, wordt wishful thinking een serieuze valkuil.
De gevaren van wishful thinking op de werkvloer
Wishful thinking klinkt misschien onschuldig, maar in een werkcontext kan het best wat problemen opleveren. Vooral als je onbewust belangrijke acties uitstelt of met onrealistische verwachtingen werkt. We noemen een paar valkuilen:
1. Uitstelgedrag: Ik kijk er later wel naar…
Het idee dat iets vanzelf beter wordt, kan ervoor zorgen dat je belangrijke acties voor je uitschuift. Een probleem dat je ‘even laat liggen’, groeit vaak alleen maar. Voor je het weet, zit je alsnog met een spoedklus of een crisis die je had kunnen voorkomen.
2. Te optimistisch plannen: Het zal wel meevallen
Het is fijn om te denken dat alles op rolletjes loopt, maar soms moet je gewoon realistisch zijn. Een strak schema maken zonder ruimte voor onverwachte zaken? Klinkt top, tot die spoedverzoeken binnenstromen. Wishful thinking in je planning leidt vaak tot chaos en stress.
3. Valse hoop: Het komt vanzelf goed
Sommige dingen lossen zich écht niet vanzelf op. Als je blijft hopen dat een collega opeens beter met deadlines omgaat of dat je manager ineens supergestructureerd wordt, kom je van een koude kermis thuis. Soms moet je dingen gewoon actief bespreekbaar maken.
4. Passief blijven in lastige situaties
Wishful thinking kan je flink tegenhouden. In plaats van het probleem echt aan te pakken, blijf je hopen dat het vanzelf verdwijnt. Maar laten we eerlijk zijn: dat gebeurt bijna nooit.
Wanneer wishful thinking wél werkt
Maar laten we wishful thinking niet meteen helemaal afschieten. Het is niet per se iets negatiefs! Sterker nog, het kan je helpen om positiever en veerkrachtiger in je werk te staan. Hier zijn een paar situaties waarin wishful thinking juist een geheime superkracht kan zijn:
1. Als motivatiebooster
Als je ergens echt in gelooft, is de kans groter dat je ervoor gaat. Of het nu gaat om een verandering op de werkvloer of een groot project dat je van de grond wilt krijgen – een beetje wishful thinking kan net dat extra duwtje in de rug geven om door te zetten.
2. Bij innovaties en verbeteringen
Soms lijkt een idee onrealistisch, totdat iemand het gewoon doet. Denk maar aan die nieuwe tool waarvan iedereen zei dat het ‘te veel gedoe’ zou zijn, en die nu niet meer weg te denken is uit het team. Een beetje wishful thinking helpt om verder te kijken dan de obstakels.
3. In stressvolle situaties
Een mega-drukke week en het gevoel dat alles op je afkomt? Het helpt om niet meteen in de stress te schieten. Een beetje optimisme kan ervoor zorgen dat je het overzicht bewaart en niet in paniek raakt. In plaats van jezelf gek te laten maken, blijf je kalm en pak je de dingen stap voor stap aan. Zo houd je de controle, hoe chaotisch het ook lijkt.
Zo houd je wishful thinking in balans
Wishful thinking kan dus een kracht zijn, zolang je het op de juiste manier inzet. Hoe zorg je ervoor dat je niet in de valkuilen trapt?
1. Combineer optimisme met actie
Hoop is mooi, maar zonder actie verandert er niks. Dus ja, hoop op een soepele werkdag – maar zorg er ook voor dat je prioriteiten helder hebt en zelf proactief blijft.
2. Denk in scenario’s
Wat als het misgaat? Wat als het beter uitpakt dan verwacht? Door realistisch te plannen en na te denken over verschillende uitkomsten, voorkom je dat je blind op de beste optie rekent.
3. Bespreek verwachtingen
Hopen dat iets verandert is niet genoeg – soms moet je het gewoon bespreekbaar maken. Verwacht je dat je manager beter met deadlines omgaat? Kaart het aan en spreek samen concrete afspraken af.
4. Leer signalen herkennen
Merk je dat je steeds wacht op een ‘perfecte’ oplossing of dat je hoopt dat dingen vanzelf goedkomen? Dan is het tijd om een plan te maken en zelf de eerste stap te zetten.
Wishful thinking kan een enorme valkuil zijn als het leidt tot passiviteit of onrealistische verwachtingen. Maar als je het combineert met realistisch denken en actie, is het juist een krachtig hulpmiddel in je werk. Dus: droom groot, blijf optimistisch, maar zorg ervoor dat je ook echt iets doet om je doelen te bereiken. Want een goed plan begint met een positieve mindset en de juiste acties!
Meer tips nodig om stress en werkdruk beter te managen? Lees dan ook:
- Timemanagement tips voor secretaresses
- 6 stappen om stressmanagement toe te passen
- Het belang van assertiviteit in je rol als secretaresse
Volg ons