Mannen hebben steeds vaker een deeltijdbaan
Mannen hebben steeds vaker een deeltijdbaan. Begin 2001 werkte 12 procent van de mannen in de werkzame beroepsbevolking in deeltijd, in het derde kwartaal van 2012 was dat 17 procent. Vooral onder mannen van 15 tot 25 jaar is het aandeel met een deeltijdbaan gegroeid.
Aandeel met een baan van 20 tot 35 uur toegenomen
In het derde kwartaal van 2012 maakten ruim 4 miljoen mannen van 15 tot 65 jaar deel uit van de werkzame beroepsbevolking. Het merendeel van deze mannen – 83 procent- heeft een voltijdbaan (35 uur of meer per week). Het aandeel met een deeltijdbaan van 20 tot 35 uur per week neemt echter toe. Begin 2001 had nog 10 procent van de werkende mannen zo’n deeltijdbaan, inmiddels is dat 14 procent. Ongeveer 3 procent van de werkende mannen heeft een deeltijdbaan van 12 tot 20 uur per week. Dit aandeel is al jaren vrijwel constant.
Bijna de helft van de jonge mannen werkt in deeltijd
Met name mannen van 15 tot 25 jaar zijn vaker in deeltijd gaan werken. Het aandeel jonge werkende mannen met een deeltijdbaan groeide tussen begin 2001 en het derde kwartaal van 2012 van 30 procent tot 46 procent. Maar ook mannen van 25 tot 55 gingen meer in deeltijd werken. Wel is bij mannen van deze leeftijd het aandeel met een deeltijdbaan met 12 procent in 2012 betrekkelijk klein. Van de 55-plussers werkt één op de vijf in deeltijd. Dat is evenveel als in 2001.
Jonge mannelijke werknemers willen het vaakst meer uren werken
Het overgrote deel van de mannelijke werknemers wil hun arbeidsduur niet veranderen. Dat aandeel is de afgelopen jaren nauwelijks veranderd. Wel is in alle leeftijdsgroepen het aandeel dat meer uren wil werken toegenomen, terwijl het aandeel dat minder uren zou willen werken of stoppen met werken is afgenomen. Jonge werknemers willen het vaakst hun arbeidsduur uitbreiden: 13 procent van hen zou meer uren willen werken. Het aandeel werknemers dat minder wil werken is het grootst onder de 55-plussers (12 procent).
Bron: cbs.nl
Volg ons